Hoe te spelen Pool8 - spelregels
Introductie
Pool 8 is een spel voor twee spelers op een tafel met zeven volle gekleurde ballen (solids), zeven gestreepte ballen (striped), en één zwarte bal (De 8-ball).
Doel van het spel
Het doel van het spel is om met een keu en de witte cue ball een set ballen te raken (of gestreept of volledig gekleurd) en deze te potten in de pockets. Spelers gebruiken hun keu om de witte bal te raken. De witte cue ball moet vervolgens een volledig gekleurde of gestreepte bal raken die in één van de zes pockets van de tafel moet gepot worden. De eerste speler die al zijn ballen pot (of volledig gekleurd of gestreept) in de pockets moet vervolgens de zwarte 8-ball potten in een aangeduide pocket om het spel te winnen.
Spelers wisselen beurten af
Als een speler tijdens zijn beurt één van zijn ballen pot zonder een overtreding te begaan, blijft hij verder spelen (bekijk onderaan de lijst met overtredingen). Als de speler er niet in slaagt om één van zijn ballen te potten, en per ongeluk een bal van de tegenspeler pot, of een overtreding begaat, dan gaat de beurt naar de tegenspeler. Als een speler tijdens het spel, per ongeluk de witte cue ball pot, (zelfs indien hij één van zijn eigen ballen potte tijdens die beurt) is het de beurt aan de tegenspeler. Elke speler die, wel of niet met opzet, de zwarte 8-ball pot VOOR hij al zijn ballen heeft gepot, verliest hij automatisch het spel.
Het openbreken van de ballen
Het spel begint met alle ballen (uitgezonderd de witte cue ball) die in een driehoekige formatie worden geplaatst aan één zijde van de tafel. De speler die "de ballen gaat "breken", plaatst de witte cue ball" willekeurig in het lagere gedeelte van de tafel, dus het verst verwijdert "van de ballen. De speler "breekt" vervolgens de driehoekige ballenformatie" met de witte cue ball. Als de speler tijdens het breken, een bal pot, moet hij die set ballen voor de rest van het spel gebruiken OF hij kan beginnen met het potten van de andere set ballen, indien hij zowel een gestreepte als een volledig gekleurde bal potte tijdens het breken. Dan kan hij kiezen welke set ballen hij wil potten tijdens de rest van het spel. Met andere woorden, het maakt niet uit hoeveel en welke ballen (gestreept of volledig gekleurd) de speler pot tijdens het breken. De eerste bal die een speler pot NA het breken bepaald met welke set ballen hij zal spelen voor de rest van het spel.
Einde van het spel
Nadat een speler al zijn ballen heeft gepot, moet hij de zwarte bal potten. Echter, alvorens de zwarte bal te potten, vereisen de spelregels da de speler eerst aanduidt in welke pocket hij de zwarte bal wil potten. Eens de speler een pocket aangeduid heeft, moet hij de bal ook pot in de aangeduide pocket, dan wint hij en is het spel gedaan. Als de speler de zwarte bal in een andere pocket pot dan de pocket die hij aanduidde, verliest hij en is het spel gedaan. Als de speler de zwarte bal niet kan potten, gaat de beurt naar de tegenspeler.
Overtredingen
Overtredingen zijn onjuiste stoten, en hun resultaten, die tot sancties leiden voor de speler die de overtreding beging.
-
Als een speler de ballen breekt om het spel te beginnen, moeten minsten vier ballen
(inclusief de witte cue ball) de banden raken
OF moet minstens één bal (uitgezonderd de witte cue ball) gepot worden. (De
banden zijn de zijdes van de pooltafel.) Als minder dan vier ballen
de banden raken ZONDER een bal te potten, dat betreft dit een
fout en heeft de tegenspeler (niet de speler die de ballen brak)
drie opties:
- De tegenspeler kan het spel verder spelen alsof er zich geen fout voordeed. Als hij voor deze optie kiest, is het aan de tegenspeler om te stoten.
- De tegenspeler kan de speler die de fout beging toestaan om de ballen opnieuw op te stellen en te breken.
- De tegenspeler kan de ballen zelf opnieuw opstellen en ze vervolgens ook breken.
- Als de speler die de ballen breekt de witte cue ball pot tijdens het breken, onafgezien van hoe veel ballen werden gepot tijdens het breken, betreft dit een overtreding. De beurt gaat over naar de tegenspeler. De tegenspeler kan nu de witte cue ball willekeurig achter de voetlijn plaatsen. De voetlijn is de lijn tussen het lagere kwart van de tafel en de rest van de tafel. Na het plaatsen van de witte cue ball ONDER de voetlijn, moet de speler spelen op een bal die zich BOVEN de voetlijn bevindt.
- Mocht tijdens het spel, een speler de witte cue ball potten, dan verliest hij zijn beurt. De witte cue ball wordt vervolgens verwijdert uit de pocket en de beurt gaat over naar de tegenspeler. De tegenspeler mag nu de witte cue ball WILLEKEURIG op de tafel plaatsens alvorens de stoten. De tegenspeler kan op elk van zijn ballen spelen.
- Als een speler een bal van de tegenspeler pot, betreft dit een overtreding. De speler verliest zijn beurt en deze gaat over naar de tegenspeler.
- Als een speler de zwarte bal pot voor hij alle ballen van zijn set heeft gepot (volledig gekleurd of gestreept), verliest hij automatisch en is het spel gedaan.
- Als een speler de witte cue ball raakt en die witte bal vervolgens geen andere bal op de tafel raakt, betreft dit een overtreding. De beurt is nu aan de tegenspeler. De tegenspeler kan de witte cue ball nu WILLEKEURIG op de tafel plaatsen alvorens te stoten. De tegenspeler kan elk van zijn ballen spelen.
- Als een speler stoot en de witte cue ball raakt EERST één van de ballen van de tegenspeler, dan betreft dit een overtreding, zelfs als de speler één van zijn eigen ballen pot tijdens die stoot. Het is nu aan de tegenspeler om te spelen. De tegenspeler kan nu de witte cue ball WILLEKEURIG op de tafel plaatsen en spelen op één van zijn ballen.
Let op: Deze overtreding is NIET mogelijk, voor het breken, voor spelers hun set ballen hebben aangeduid (volledig gekleurd of gestreept).
- Als een speler stoot en de witte cue ball EERST de zwarte bal raakt, betreft dit een overtreding tenzij de zwarte bal de speler zijn laatste bal op de tafel is. Het is nu de beurt aan de tegenspeler. De tegenspeler kan nu de witte cue ball WILLEKEURIG op de tafel plaatsen en op één van zijn ballen spelen.
- Bij elke stoot, moet een speler ervoor zorgen dat de witte cue ball, direct of indirect, minstens één van de ballen in zijn set raakt, anders betreft dit een overtreding.
- Bij elke stoot, moet de bal die eerst werd geraakt door de witte cue ball oftewel gepot worden, een band raken, OF zorgen dat een andere bal (inclusief de witte cue ball), direct of indirect, een band raakt of gepot wordt. (De banden zijn de zijdes van de pooltafel) Als geen van deze situaties zich voordoen, betreft dit een overtreding. De beurt gaat over naar de tegenspeler. De tegenspeler kan nu de witte cue ball WILLEKEURIG op de tafel leggen, alvorens te stoten. De tegenspeler kan op elk van zijn ballen spelen.
- Indien een speler, na het potten van al zijn ballen de zwarte bal pot, in een ander pocket dan degene hij aanduidde, verliest hij en is het spel gedaan.
- Als een speler de laatste bal van zijn set, en de zwarte bal gelijktijdig pot, betreft dit een overtreding en verliest hij automatisch het spel.